16 januari 2023

Het Radboud Fonds steunt maatschappelijke impact via de wetenschap. En dat zo direct mogelijk. Het gaat om initiatieven van het Radboudumc en de Radboud Universiteit. Radboud Fonds staat dankzij haar donateurs aan de wieg van de wetenschap en de medische ontwikkeling. Zo helpen we goede ideeën groot te worden en om impact te creëren. Want alles wat nu groot is, was ooit klein. Projecten die in de tweede helft van 2022 gestart zijn, zijn

 

Amalia kinderfonds

In 2023 is de nieuwe NICU (Neonatale Intensive Care Unit) van het Amalia kinderziekenhuis opgeleverd. De vernieuwing is volledig gefinancierd door het Radboudumc. Alles wat extra is en niet tot de normale zorgomgeving behoort, maar wel super belangrijk is voor het welzijn van ouder en kind, moet op een andere manier worden gefinancierd. En dit is mogelijk gemaakt met de hulp van het Amalia kinderfonds. Zo is er een warme familie-omgeving gecreëerd met op verschillende plekken vrolijk grafisch behang, buidelfaciliteiten en familiekamers


 

Daarnaast heeft het Amalia kinderfonds ook weer een Qwiek.up mogelijk gemaakt. Dit is een mobiel projectieapparaat, dat heel geschikt is om ingezet te worden als middel om kinderen af te leiden tijdens de behandeling. Met behulp van de Qwiek.up worden filmpjes op de wand of het plafond geprojecteerd. Hierdoor worden kinderen afgeleid van wat gaat komen en ervaren ze minder pijn en angst. De beelden die getoond kunnen worden zijn heel divers; van achtbanen tot boswandelingen en van sterrenhemel tot onderwaterwereld. Daarnaast kunnen de beelden worden ondersteund met rustgevende geluiden of muziek.

 

Radboud Oncologie Fonds

In de tweede helft van 2023 heeft het Radboud Oncologie Fonds meer dan € 700.000,- kunnen uitkeren aan verschillende (startende) onderzoeken.

 

Multipel Myeloom is een kwaadaardige woekering van plasmacellen in het beenmerg waar dr. Harry Dolstra en dr. Anniek van der Waart onderzoek naar doen. Het project dat nu gestart is, Multiple Myeloom, nieuwe therapie met afweercellen  richt zich dus op het ontwikkelen van een nieuwe therapie hiertegen. In deze therapie worden specifiek de kankercellen met zogenaamde T-cellen aangevallen en dit kan dan voor een langdurige bescherming zorgen om terugkeer van de kanker te voorkomen.

 

Behandelingen van hoofdhalstumoren hebben grote invloed op de levenskwaliteit van patiënten. Veel patiënten ondervinden bijwerkingen van de behandeling, zoals problemen met slikken, met spreken, een droge mond en verminkingen. Vooral ná de behandeling van een hoofdhalstumor begint voor de ruim 10.000 'overlevers' een lastige periode. Hoofdhalstumoren kunnen heel verschillend zijn, bijvoorbeeld door de plek waar de tumor groeit. Maar ondanks de grote verschillen in kans op ziekteterugkeer, behandelbijwerkingen en zorgbehoeften, krijgen alle patiënten met hoofdhalskanker nu dezelfde nazorg. Wetenschappelijk bewijs voor de huidíge vorm van nazorg is er nauwelijks. ln dit project,  Hoofd-halskanker: nazorg beter afgestemd op de individuele patiënt. willen we de nazorg gaan veranderen. Voor patiënten met strottenhoofd-, mondkeelholte- of mondholtekanker willen we nazorgschema's op maat gaan opstellen. Deze zijn aangepast aan de verwachte bijwerkingen en met name aan de kans op terugkeer van de kanker. Om bovendien meer ruimte te geven voor individuele voorkeuren, zal daarnaast een digitale keuzehulp ontwikkeld worden om patiënten nadrukkelijk te betrekken bij de beslíssingen over hun nazorg. Het onderzoek is in handen van prof. dr. Robert Takes, dr. J. van Tol-Geerdink en dr. R. Hermens.

 

Ook het volgende onderzoek gaat over maatwerk, persoonsgerichte behandelingen tegen prostaatkanker. Mannen met prostaatkanker krijgen nu nog standaardbehandelingen tegen de ziekte. Deze slaan vaak aan, maar uit onderzoek blijkt dat sommige persoonsgerichte behandelingen nóg beter werken. Persoonsgerichte behandeling wordt vaak pas laat uitgevoerd, wanneer de patiënt met prostaatkanker volgens de huidige medische zorg in Nederland ‘uitbehandeld’ is. Volgens dr. Niven Mehra heeft de patiënt er veel meer aan als we de meest veelbelovende persoonsgerichte behandeling éérder kunnen geven. Specifieke behandelingen werken namelijk beter in een vroeg stadium van de ziekte. Ook kunnen dan meer belastende behandelingen, zoals chemotherapie, worden uitgesteld.'

 

Onderzoek naar kanker leidt steeds vaker tot een grotere overlevingskans en betere behandelingen tegen de ziekte, maar wat als je een zeldzame vorm van kanker hebt? Vaak blijkt dan dat er nog te weinig onderzoek is gedaan, waardoor de overlevingskans fors achterblijft op die van patiënten met veelvoorkomende kankers. Voor patiënten met myxofibrosarcomen is dit niet anders: Prof. dr. Hans de Wilt: “Wij willen amputaties bij patiënten met myxofibrosarcomen voorkomen en het liefst ook echt een therapie vinden die goed aanslaat, ook bij uitgezaaide ziekte.” Dr. Ingrid Desar: “Niet elke vorm van kanker wordt helaas door immunotherapie en doelgerichte therapie succesvol aangepakt. Het onderzoek blijft achter bij zeldzame kankers; het is moeilijker om grotere aantallen patiënten te verzamelen en financiering te vinden voor onderzoek. Dit onderzoeksproject, Myxofibrosarcomen, een zoektocht naar een betere behandeling, wil meer preklinisch onderzoek doen naar myxofibrosarcomen om deze zeldzame kankersoort beter te begrijpen en nieuwe aanknopingspunten te vinden voor doelgerichte therapie.”

 

Ongeveer 1 miljoen Nederlandse vrouwen nemen jaarlijks deel aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Hierdoor worden veel borstkankers vroeg ontdekt, waardoor minder vrouwen aan borstkanker overlijden. Bevolkingsonderzoek is dus belangrijk, maar nog altijd blijven teveel vrouwen zitten met een onopgemerkte tumor. Zo wordt nog niet goed onderzocht wat de individuele kans is voor een vrouw op borstkanker. Erfelijke kenmerken kunnen deze kans bijvoorbeeld aanzienlijk groter maken. Onderzoekers willen met deze pilot-studie, borstkanker, vroeger opsporen door DNA-onderzoek plasma, onder andere onderzoek doen naar het DNA van bloedplasma om te kijken of daar sporen van tumoren kunnen worden aangetroffen, zodat borstkanker nóg sneller kan worden opgespoord.

 

Immuuntherapie is een veelbelovende behandeling voor verschillende soorten kanker. Met name voor patiënten waarbij reguliere therapie zoals chemotherapie of bestraling onvoldoende effectief is, kan immuuntherapie een uitkomst bieden. Een veelbelovende immuuntherapie is genaamd CAR T-cel therapie. Hierbij worden afweercellen van de patiënt, de zogenaamde T-cellen, in het laboratorium aangepast om de tumorcellen beter te herkennen, en effectiever te bestrijden. Dit doet men door een ‘Chimeric Antigen Receptor’ (CAR) op deze cellen te plaatsen. Hierna worden deze CAR T-cellen teruggegeven aan de patiënt middels een infuus, waar ze in de bloedbaan de weg naar de kankercellen kunnen vinden om deze aan te vallen. In dit project, Multipel Myeloom, ontwikkeling van een sterkere immuuntherapie, gaan we een optimale CAR T-cel therapie ontwikkelen, waarbij we de CAR T-cellen gaan beschermen tegen deze remmende omgeving. Wij verwachten dat de CAR T-cel therapie ontwikkelt in dit project uiteindelijk zal leiden tot een diepere en langdurige genezing van patiënten met Multipel Myeloom.

 

De behandeling van een hersentumor hangt af van verschillende factoren. De soort tumor, de kwaadaardigheid en de graad van de tumor, de locatie van de tumor, de klachten en de lichamelijke en geestelijke conditie van een patiënt. Een behandeling is voor iedereen anders. Om de definitieve diagnose te stellen is een biopsie of grotere operatie meestal nodig. Indien een behandeling middels een operatie niet haalbaar is, is stereotactisch laser ablatie (SLA) een nieuwe techniek die gebruikt kan worden. Hierbij wordt laserlicht gebruikt om de tumor te verhitten en hiermee de tumorgroei tegen te gaan. Eén van de meest belangrijke technische aspecten van laserbehandeling is het nauwkeurig positioneren van de laser fibers. Als dit niet correct gebeurt, kan het leiden tot onvoldoende weghalen van de tumor en meer complicaties. Dit zou het effect van een nieuwe veelbelovende techniek negatief kunnen beïnvloeden. Het doel van deze studie, hersentumoren, een veelbelovende behandeling met laserlicht, is om de nauwkeurigheid van laserplaatsing uiterst precies te evalueren. Een onmisbare stap in het toetsen van de haalbaarheid van deze nieuwe techniek.

 

Beter Gezond wil dat patiënten naast de curatieve behandeling duurzaam en preventief worden geholpen met hun leefstijl. Momenteel worden patiënten wel geholpen met hun klacht, maar niet met het verkleinen dat ze terugkomen met dezelfde of nieuwe klacht. Dit vraagt meer van de patiënt en de zorgverlener. Het start in de spreekkamer met het agenderen van leefstijl en daarna, indien nodig,  met het verwijzen naar de juiste leefstijlbegeleiding. Zorgverleners hebben vaak maar beperkte tijd, daarom faciliteert Beter Gezond in leefstijlgesprek trainingen en tools voor zorgverleners in de eerste, tweede én derde lijn. Trainingen en tools om leefstijl super eenvoudig in de dagelijkse praktijk te kunnen integreren. Het gaat dan om het voeren van het leefstijlgesprek en het verwijzen van de patiënt. Het ontzorgen van de zorgverlener staat centraal in alles wat Beter Gezond doet. Het doel? Een gezondere samenleving en duurzaam zorgsysteem.

 

UMC

Aortaklepstenose is de meest voorkomende hartklepaandoening in de ontwikkelde wereld. Eenmaal in een vergevorderd stadium zal aortaklepstenose leiden tot de ontwikkeling van linkerventrikelhypertrofie en uiteindelijk tot hartfalen en overlijden. Hoewel vaak reeds in een vroeg stadium ontdekt, is er geen therapeutische optie om de progressie te stoppen. In het afgelopen decennium is duidelijk geworden dat het ontstaan van aortaklepstenose een actief, sterk gereguleerd ontstekingsproces is. Recente klinische studies leveren onomstotelijk bewijs voor de gunstige cardiovasculaire effecten van het ontstekingsremmende medicijn Colchicine. Colchicine is een oud medicijn met krachtige en brede ontstekingsremmende eigenschappen. Gezien het uitgebreide bewijs voor een gunstig effect van Colchicine bij atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen en de overlap in de door ontsteking aangestuurde pathofysiologische mechanismen, is de hypothese dat Colchicine de progressie van aortaklepstenose zal remmen of zelfs zal stoppen. Indien positief, zal deze studie de eerste zijn die een therapeutische optie biedt voor miljoenen mensen wereldwijd met een matige aortaklepstenose. Deze studie zal een gemakkelijk te implementeren farmacologische interventie bieden, aangezien Colchicine al bewezen veilig, goedkoop en algemeen verkrijgbaar is. Deze data zullen bijdragen aan een paradigmaverschuiving van het huidige 'watchfull wait'-beleid naar een 'actieve interventie'- strategie. Het is derhalve een high-impact studie voor het Radboudumc, mogelijk gemaakt door het Radboud Fonds.

 

FitFOOD Studie
Ouderen (≥65 jaar) die worden opgenomen in het ziekenhuis lopen een specifiek risico op een vermindering van de spiermassa en fysiek functioneren en dat heeft een negatieve invloed op activiteiten van het dagelijks leven, onafhankelijkheid, kwaliteit van leven, heropnames en plaatsing in een verpleeghuis. Het effect van een gecombineerde voedingsinterventie met lichaamsbeweging bij gezonde personen en atleten is eerder bestudeerd, maar niet bij ouderen die in het ziekenhuis liggen en een risico hebben op sarcopenie. Dit project wil de fysieke prestaties verbeteren bij deze groep oudere patiënten. De interventie start bij opname in het ziekenhuis en wordt na ontslag voortgezet in de thuiszorg, ondersteund door een e-health applicatie. Een gepersonaliseerd gecombineerd programma voor lichaamsbeweging en een voedingsinterventie bij deze groep ouderen zou een oplossing kunnen zijn en is een spannend opkomend onderzoeksgebied met het potentieel om de resultaten van de patiënt drastisch te verbeteren.

 

Reverse the curse
Jaarlijks bezoeken meer dan 700.000 mensen in Nederland de Spoedeisende Hulp (SEH) met ernstig letsels, waarvan er gemiddeld zo'n 5500 overlijden. Buiten het ziekenhuis wordt de eerste opvang van ernstige gewonde slachtoffers verzorgd. Een deel van de slachtoffers zijn niet meer te stabiliseren en overlijdt reeds op straat of kort na aankomst op de SEH. Echter van de slachtoffers die we kunnen stabiliseren overlijdt ook nog een groot deel op een later moment. Dit komt doordat het afweersysteem als gevolg van het ongeval sterk onderdrukt wordt. Hierdoor is het lichaam niet meer bestand tegen infecties, waardoor deze snel om zich heen kunnen grijpen met als gevolg het falen van organen en alsnog overlijden van de patiënt. In een voorgaand onderzoek zijn duidelijke aanwijzingen gevonden dat reeds zeer kort na het ongeval het afweersysteem sterk onderdrukt is, zogenaamde “immuunparalyse”. Met dit onderzoek dat mogelijk gemaakt is door donaties via het Radboud Fonds, moet meer inzicht verkregen worden in het mechanisme achter deze immuunparalyse en de volgende stap is te onderzoeken hoe we deze immuun paralyse kunnen tegengaan. Er is een aantal stoffen bekend die veelbelovende resultaten hebben laten zien bij o.a. patiënten op de intensive care. Deze stoffen kunnen bij ernstige ongevalspatiënten van grote meerwaarde zijn. Echter dit is in deze patiëntcategorie nog niet onderzocht. In eerste instantie gaan we deze stoffen testen in het laboratorium op het bloed van ernstige ongevalspatiënten. We gaan kijken of we deze immuunparalyse in het laboratorium kunnen tegengaan en daarmee het afweersysteem op sterkte kunnen houden. Uiteindelijk willen we deze immuunstoffen gaan toedienen bij ernstige ongevalspatiënten. Dit kan zelfs al in heel vroeg stadium, wanneer het team arriveert bij het ongeval.

 

Universiteit

Ter nagedachtenis aan onderzoeker en schrijver Judith Peters is het Judith Peters Fonds opgericht. Met dit fonds zetten we haar onderzoek naar de kracht van verhalen over verlies voort. Judith werkte met hart en ziel aan haar onderzoek naar existentiële verhalen en de impact van het verlies van een dierbare op het leven van de nabestaanden. Ze zocht naar ervaringen waarbij de overledenen voortleven in een symbool of een verhaal. Ze wilde weten of het delen of lezen van deze verhalen mensen tot steun kon zijn. Met haar onderzoek, dat eerder gefinancierd is door het Radboud Fonds, raakte ze velen. In 2021 verscheen Judiths boek 'Ze kwamen nog één keer terug' waarin persoonlijke verhalen en wetenschappelijke inzichten elkaar afwisselen. Aan de hand van de resultaten van haar onderzoek naar de verhalen betoogt Judith dat het tijd wordt dat er in de Westerse samenleving meer ruimte en begrip komt voor rouw en verlies. Dit boekje is in het najaar van 2022 uitgegeven met dank aan het Radboud Fonds.

 

Als je vlucht, dan laat je alles achter. Natuurlijk doe je dat niet zomaar. Vaak ontbreekt het vluchtelingen aan perspectief: ze doorgaan allerlei procedures en kunnen alleen afwachten, zonder dat ze deel (kunnen) nemen aan de maatschappij. ‘Dat moet anders’, vond Lia Kleuskens, initiatiefnemer van Radboud Welcomes Newcomers. ‘We willen een wereld waarin gevluchte studenten van betekenis kunnen zijn. Daarom bieden we onderwijs aan, zorgen we bijvoorbeeld voor boeken en een leenlaptop om daadwerkelijk te kunnen studeren en mag de student gebruik maken van de faciliteiten op de universiteit.’ Dit project wordt mogelijk gemaakt dankzij het Radboud Fonds.

 

Vanwege de oorlog zijn ruim 4 miljoen mensen uit Oekraïne gevlucht. Vanuit de vluchtelingen kwam een duidelijke hulpvraag: help ons onszelf verstaanbaar te maken, door Engelse les te geven. Daar wilden we hen graag bij helpen, een cursus Engels, voor de vluchtelingen uit Oekraïne. We krijgen van de mensen uit Oekraïne zelf vaak te horen dat ze behoefte hebben om zich beter verstaanbaar te maken. In Nederland, maar ook daar buiten. Omdat de toekomst nog onzeker is (en ook nog even blijft) geven zij aan geholpen te zijn met betere beheersing van Engels en niet zo zeer met Nederlands. Het verblijf in Nederland is naar verwachting tijdelijk. De (hopelijk) korte tijd die ze hier zijn, willen de meesten nuttig besteden. Waar zij vervolgens terechtkomen: Engels komt altijd van pas. Daar ondersteunden wij graag in.

 

Beter leren in een veilige klas. Maar liefst 1 op de 10 leerlingen wordt gepest in de klas. In het klaslokaal leert de samenleving in het klein hoe met elkaar om te gaan. Daarom is het belangrijk om hier goed onderzoek naar te doen. Om alle leerlingen een veilige plek op school te bieden, onderzocht Yvonne van den Berg daarom het sociale klimaat in de klas. Haar wetenschappelijke bevindingen leidden tot een concrete tool: Stoeltjesdans.nl. Inmiddels helpt Yvonne al meer dan 14.000 leerkrachten met het inzichtelijk maken van sociale dynamiek in de klas. En als het aan haar ligt, hebben binnenkort alle leraren die inzichten. Leren lukt alleen als je je veilig voelt in de klas. Klinkt logisch, toch? Desondanks waren er nauwelijks onderzoekdata waaruit je conclusies kon trekken over hóe zo’n veilige leeromgeving er precies uitziet en hoe die ontstaat. Meer inzicht in werkende interventies kan bijvoorbeeld een wereld van verschil maken voor de ‘onzichtbare’ leerlingen, die weinig aandacht vragen en die ook niet krijgen. Met Stoeltjesdans.nl verandert intuïtie in bewijs.

 

Johan Oosterman heeft een bijdrage ontvangen van het Radboud Fonds voor de aankoop van de ‘Embleembundel voor Elisabeth en Marie Jansen’ uit 1667. Het is een bundel met dertig getekende emblemen en bijbehorende teksten, een reeks emblemen voor ‘Godtminnende Bruyden’ waarin de deugden van de maagdelijke staat worden benadrukt en waarin de weg naar God wordt beschreven. Het lijkt te gaan om een bundel die het religieuze leven begeleidt en die wellicht bedoeld is als geschenk voor twee jongedames die een religieus leven zouden gaan leiden. De voorstellingen zijn allemaal wel bekend uit andere, gedrukte embleembundels, maar krijgen hier een betekenis die in veel gevallen afwijkt van het gebruikelijke. Want hoewel geestelijke embleembundels volop bekend zijn, is een toepassing op geestelijke bruiden, zoals we die hier zien, heel uitzonderlijk. De bundel past inhoudelijk mooi binnen de Nijmeegse bijzondere collecties waar boeken van vrouwelijke religieuzen en afkomstig uit gemeenschappen van vrouwen een van de zwaartepunten vormen. Door de uniciteit van de embleembundel en door de inhoudelijk verwantschap met andere gedrukte en handgeschreven boeken in de Nijmeegse collectie, vormt het een heel mooie en bijzondere aanvulling op die collectie.

 

In de eerste 1.000 dagen leren we als mens méér dan in ons hele verdere leven. We leggen de basis voor een gezond, succesvol en gelukkig leven; óók op het gebied van taal. Maar als je op deze leeftijd moeilijkheden hebt met taal, heeft dit consequenties voor de rest van je leven. Taalwetenschapper Paula Fikkert (Radboud Universiteit) en psycholinguïst Caroline Rowland (Max Planck Instituut) doen daarom onderzoek onder zo veel mogelijk heel jonge kinderen om meer inzicht te krijgen. Fikkert en Rowland zijn klaar om een pilot te starten in het Baby & Child Research Centre in Nijmegen. Met die pilot krijgen ze meer inzicht of en hoe we taalontwikkelingsproblemen ontdekken bij baby’s en jonge kinderen. Dat inzicht vertalen de onderzoekers vervolgens naar voorlichtingsmateriaal, handleidingen en checklists voor ouders, maar ook voor professionals. Ze maken zo concreet mogelijke handvatten, die ze ook weer toetsen en verbeteren. Fikkert: 'Maar zover zijn we nog niet. Er is nog veel onderzoek nodig!'